Na de Reformatie (1580) was het alleen aan gereformeerden voorbehouden een zichtbaar godshuis te hebben. De doopsgezinden hielden hun bijeenkomsten in een o­nopvallende schuur of woning. Naar de leraar of vermaner werd hun vergaderplaats een vermaanhuis of vermaning genoemd. In oktober 1731 was de huidige Zuidervermaning gereed.

De Fries Doopsgezinden in Westzaan stichtten al voor 1629 aan het Zuideinde hun eerste vergaderplaats. In 1664 werd een nieuwe vermaning gebouwd maar wegens gebreken werd deze in 1731 afgebroken. In slechts zeven maanden tijd werd de huidige Zuidervermaning gebouwd, die nu nog steeds, compleet met wit zand op de houten vloer, te bewonderen is. Dit zand was bedoeld om de kans op brand in het vrijwel volledig houten gebouw te verkleinen, om vuil op de vloer makkelijker te kunnen verwijderen én hierdoor namen de houten vloerplanken niet teveel water van de uiterst vochtige bodem op.